Woensdag 09 November

‘Nederland is groter dan we denken’

Wie werkt met een internationale bril op ziet volop nieuwe kansen. Dat bewijst de Mullerafbouwgroep uit Eindhoven. Algemeen directeur Chayenne Muller (30) vertelt hoe zij dit aanpakken. „Ons land … 

Wie werkt met een internationale bril op ziet volop nieuwe kansen. Dat bewijst de Mullerafbouwgroep uit Eindhoven. Algemeen directeur Chayenne Muller (30) vertelt hoe zij dit aanpakken.

„Ons land wordt steeds internationaler. Het is groter dan we denken.” Hiermee doelt de directeur op de toename van het aantal buitenlandse ondernemingen. „Vooral de afgelopen jaren, mede door de Brexit, merken we dat allerlei sectoren, zoals de farmaceutische en data industrie, hier fabrieken en kantoren oprichten. Zij nemen vaak hun eigen aannemers mee. Engelse maar ook Europese bedrijven bouwen steeds meer in Nederland. Dat is voor ons een groeimarkt.”

Het complete plaatje
De Mullerafbouwgroep is gespecialiseerd in de afbouw van grotere utiliteitsbouwprojecten. Zodra een aannemer klaar is met de ruwbouw, komen zij om de hoek kijken. Vroeger, het bedrijf bestaat al 24 jaar, ging dit alleen om wanden en plafonds. Tegenwoordig verzorgt Muller de complete binnenbouw. „We hebben nu alles in huis, bijvoorbeeld ook interieurbouw, keukens en wandafwerkingen. Voor Engelse aannemers is dit ideaal, want zij zijn gewend om ‘Fit out’ te werken. Dat wil zeggen dat zij alles uitbesteden aan één afbouwer.”

In de Nederlandse bouwwereld is het gebruikelijk om onderdelen op te splitsen en die door verschillende bedrijven te laten doen. De verschuiving naar complete afbouw, die nu gaande is, zag Chayenne al eerder aankomen. „Ik dacht: Dat kunnen wij ook.” Muller nam enkele gespecialiseerde bedrijven over, zoals De Man in Breda met specialisatie behangwerken, Dengo in Oosterwolde dat projectkeukens doet en Gyrex in Polen dat prefab gipsdesign maakt, om alle benodigde expertise binnen te halen.

Ook op andere gebieden paste de Eindhovense onderneming haar aanpak aan. „In Engeland ligt de veiligheidsnorm hoger dan hier. Omdat we veel samenwerken met aannemers uit dat land hebben we ons niveau opgekrikt.” Dat de voertaal op de bouw voortaan vaker Engels is, is geen probleem. „We hebben veel jonge medewerkers die sowieso goed Engels spreken. Onze modelleurs komen uit Italië en Zuid-Afrika.”

Universele beeldtaal
Niet alleen Mullers klanten worden internationaler, ook het personeelsbestand. „Zeventig procent van onze monteurs komt uit het buitenland, vooral uit de voormalige Oostbloklanden. Speciaal voor hen hebben we iemand in dienst die zich bezighoudt met het regelen van werkvergunningen, zorgverzekeringen en dergelijke.” Een andere slimmigheid die Mullerafbouwgroep invoerde om te communiceren met alle medewerkers, is de getekende werkinstructie. Beeldtaal is immers universeel.

Hoewel het bedrijf één buitenlandse vestiging heeft (in België), zal het niet snel met haar diensten uitbreiden over de grens. „Onze diensten zijn mensenwerk dat je niet zomaar even exporteert. Met onze producten is dat makkelijker. Naast onze eigen cleanroom wand- en plafondsystemen zijn we nu bezig met de ontwikkeling van nieuwe glaswandsystemen. Die willen we gaan uitrollen in Europa en wellicht ook in het Midden-Oosten.”

De kracht van netwerken
Ondertussen groeit de afbouwer door in het bedienen van buitenlandse klanten binnen het thuisland. „In de regio zitten bedrijven die zich ook bewust zijn van het feit dat Nederland internationaler wordt. Met hen spar ik als ik ze tegenkom bij WTC-activiteiten.”

Chayenne is een fervent bezoeker hiervan en is sinds kort ook bestuurslid van WTC Eindhoven. „Ik geloof in het leggen van contacten. Het is goed om elkaar de hand te schudden en in de ogen te kijken. Mijn vaders generatie (Freddie Muller is 59, red.) maakt tijd om te netwerken. Jongeren werken altijd maar door en zoeken even snel contact via social media of Teams. Ik ben ervan overtuigd dat het beter is om dit face-to-face te doen. Die kracht van het netwerken wil ik de jonge generatie graag meegeven.”