Graafmachines, sloophamers, betonscharen, betonvergruizer, sorteergrijpers, de een nog imposanter dan de ander. Rondom het grote pand van Heezen BV in de Eindhovense wijk Acht, waarin naast de kantoren ook de eigen onderhoudsgarage in gevestigd, staan overal bouw- en sloopwerktuigen. En tussen al dat geweld een aandoenlijk oud kraanwagentje dat doet denken aan pluk van de petteflet. Het is de nieuwste aanwinst van pa Heezen, die als tiener met precies zo’n kraan heel wat sloopwerk voor zijn vader verrichtte. Uit sentiment wordt de oude kraan opgeknapt. Die komt straks bij de ingang te staan. Als symbool voor het sloopwerk waar het bedrijf uit is voortgekomen en als herinnering aan de mooie tijd van weleer. In het kantoor dat de Thijssen delen (er staat een bureau met een stoel) hangt net als in de entree een portret van de eerst Thijs Heezen, grondlegger van het bedrijf. ,,We hadden pech’’, steekt Thijs sr. Van wal. ,,Mijn vader is jong gestorven, ik was pas achttien. Hij was in Amerika voor een hartoperatie, maar heeft het niet gered. De dag voor hij overleed, belde hij hoe het moest met de sloop van het PSV-stadion. Het werd het eerste karwij dat ik als hoofd van het bedrijf heb uitgevoerd.’’
Hart Hoewel Thijs niet de oudste maar de derde was uit het gezin van vier kinderen, was al vroeg duidelijk dat hij het bedrijf van vader zou overnemen. ,,Ik was vanaf het begin het meest geïnteresseerd. Als jongen ging ik al met pa mee op pad. Net als bij hem lag ook mijn hart bij het sloopwerk. Na de tweede klas LTS ben ik bij hem gaan werken.’’ Om uit te leggen hoe het voor hem allemaal begon, rommelt hij wt in een van de kasten en haalt een kopie van een oud krantenartikel tevoorschijn. Op een van de foto’s staat een tengere jongen, een kind bijna nog, met halflang haar. Vanonder zijn donkere krullen kijkt hij beschroomd in de camera. ‘Een volwaardige kroonprins’ kopt het meer dan veertig jaar oude artikel. In het stuk wordt hij als ‘de zoon van de sloperskoning’ beschreven als een kundige sloper die op jonge leeftijd (hij is daar vijftien jaar) al een dragliner perfect kan besturen. ‘Een klein menneke in een grote machine’, aldus het artikel. Iets verder onder een foto van een half gesloopte kerk in Eindhoven: ‘Nederlands jongste sloper heeft het Fellenoord-karwei bijna geklaard’. Thijs sr. Wijst er naar. ,,Mijn eerste grote karwei.’’ Hij is trots op wat zijn vader had bereikt en hoe hij het verder heeft weten uit te bouwen. Inmiddels bestaat het bedrijf uit dertien werkmaatschappijen nam hij over, beide door het vroege overlijden van de eigenaar-directeur. Alle andere zette hij zelf op. Aan de hand van een folder, waarin de maatschappijen staan beschreven, legt hij uit wat de verschillende werkzaamheden van het bedrijf inhouden. ,,We verrichten alle activiteiten rondom sloop, renovatie en herontwikkeling. Van asbestverwijdering tot alle staalwerk. Plus alles wat daarbij komt kijken: van schoonmaak en gladheidsbestrijding tot tijdelijke huisvesting en parkeeroplossingen. Juist omdat we alles in eigen huis hebben, halen we makkelijker opdrachten binnen. Er is een aanspreekpunt.’’ Heezen werkt voor alle grote opdrachtgevers in Nederland, van Volker Wessels tot Philips. ,,Het PSV-station heb ik zelfs twee keer gesloopt’’ ,zegt Thijs sr. ,,Daar hebben we tien jaar terug ons 50-jarig jubileum gevierd.’’
Cultuurverschillen Hoewel vader en zoon Heezen het gezegde ‘geen worden, maar daden’ perfect illustreren, blijkt tussen de karige regels door dat Thijs sr. na bijna veertig jaar nog altijd is geroerd door het vroege overlijden van zijn vader. Regelmatig refereert hij aan de hechte band die hij had met zijn vader. Zo’n zelfde band heeft hij nu met zijn zoon. ,,Wij doen alles samen.’’ En niet alleen op het werk, laat zoon Thijs weten,, Wij zien elkaar zeven dagen per week. We werken iedere dag samen en in het weekend zoeken we elkaar op. We delen dezelfde hobby’s: PSV en racen. We rijden samen rally’s. Als ik op vakantie ben met mijn gezin kunnen we elkaar goed tien keer op een dag bellen.’’ Opmerkelijk genoeg heeft Thijs jr. ook dezelfde weg als zijn vader afgelegd. ,,Ik ben op mijn vijftiende van school gegaan om hier te werken. Ik heb nooit ergens anders gewerkt’’, lacht hij. Ook bij deze Thijs was van begin af aan duidelijk dat hij zijn pa zou opvolgen. Zijn een jaar oudere zus en haar man zijn ook werkzaam binnen het bedrijf. Zijn jongere broer is pas 21 en is aan het ontdekken welke functie bij hem past. Onenigheid hebben ze nooit. Besluiten worden in harmonie genomen. ,,Maar vader heeft een zachtere stijl van leidinggeven’’, benadrukt de zoon. Ook de wereld is veranderd. ,,Vroeger ging hij ergens heen en werd een klus mondeling afgesproken. Er stond weinig op papier, alles ging op vertrouwen. Dat is tegenwoordig vaak anders.’’ En er zijn meer cultuurverschillen. ,,Vijfentwintig jaar geleden zaten we nog op de Hastelweg eb zat ons mam op kantoor in haar eentje. Inmiddels zijn we met zoveel mensen dat het een hele uitdaging is om de juiste mensen om je heen te verzamelen die ook het zelfde doel nastreven.’’ Inmiddels laat vader Thijs de dagelijkse leiding van het bedrijf steeds meer over aan zijn zoon. ,,Iedereen in mijn familie is jong gestorven. En ik ben vroeg begonnen met werken. Dus ik probeer nu zo vele mogelijk te genieten met mijn vrouw en kleinkinderen. Dat is ook de boodschap die ik mijn kinderen meegeef. Van het ene moment op het andere kan het afgelopen zijn. Niet wachten op later.’’
Geef een antwoord